Sparen is ‘uit’ Als we de vele berichten in de media en de gesprekken op verjaardagen moeten geloven, is iedereen aan het beleggen geslagen en is sparen ‘uit’. Waar enkele jaren geleden een dikke spaarrekening nog een gevoel van zekerheid en welvaart gaf, lonkt nu de beurs.
Uit marktonderzoek is gebleken dat er dit jaar 200.000 beleggers bijgekomen zijn en dat het aantal beleggende huishoudens de magische grens van 2 miljoen gepasseerd is. Toezichthouder AFM geeft aan dat inmiddels 1,6 miljoen huishoudens belegt, dat is één op de vijf. Het zou mij niet verbazen als dit percentage nog voor de zomer van 2022 gegroeid is naar 33%. Of er moet iets gebeuren waardoor iedereen wegvlucht.
Het is dankzij de extreem lage spaarrente en de succesverhalen op de aandelen- en cryptomarkten dat er steeds meer mensen gaan beleggen en dat bestaande beleggers steeds meer spaargeld gebruiken om extra te gaan beleggen. Ook de oplopende inflatie geeft de beurzen een ‘boosterprik’.
Mensen beseffen steeds beter dat een inflatie van rond de 5% (of in de VS 6% of in Turkije 20%) betekent dat je spaargeld na 1 jaar met dat percentage in waarde is gedaald. Een spaarder in Turkije is met de huidige inflatie van 20% in 5 jaar al zijn spaargeld ‘kwijt’. Anders gezegd: de waarde van zijn € 10.000,- spaargeld is na 5 jaar gedaald naar € 0.
Daarbij hebben we het nog niet eens over de vermogensrendementsheffing die wij moeten betalen als we meer dan € 50.000 spaargeld of beleggingen bezitten.
Is het nu tijd om je spaarrekening vaarwel te zeggen en je op de aandelenbeurs te storten? Wie niet belegt en blijft sparen, lijkt achter te blijven. Toch is beleggen niet altijd de oplossing. De AFM waarschuwt dat sommige beleggers ‘steeds meer risico’s nemen en denken een bovengemiddeld goede belegger te zijn’. De aandelenmarkt gaat al tijden omhoog, waardoor het gemakkelijk is om winst te maken, jezelf te overschatten en de risico’s te vergeten. Maar toch: ben je niet een dommige, bange achterblijver als je nu niet instapt?
Laat ik daar dit over zeggen: als je gaat beleggen, verdiep je dan in de materie en beleg altijd van spaargeld wat je ‘over’ hebt. Stel dat je € 50.000 spaargeld hebt, bepaal dan eerst hoeveel je nodig hebt voor onverwachte uitgaven. Wat er overblijft zou je kunnen beleggen als je heel goed weet wat je doet. En houd er rekening mee dat je beleggingen minder waard kunnen worden of als je het niet goed doet zelfs al hun waarde kunnen verliezen. Als je daardoor slecht zou gaan slapen of zenuwachtig wordt, is beleggen niets voor jou.
Daarnaast wijs ik op het gegeven dat de beurs één keer in de zoveel tijd een correctie doormaakt, kort of lang, soms met maar 10% verlies, soms met 90%! Alles kan. Daar moet je dus, ook mentaal, rekening mee houden.
De toename in beleggen die ik nu zie, is een herhaling van zetten die ik in mijn leven al minstens 5 keer eerder heb meegemaakt. De laatste keer nog niet eens zo lang geleden, tijdens de kredietcrisis van 2008. Ik houd er zelf rekening mee dat er eens in de 12 jaar een correctie komt.
Voor mij springen alle lichten op rood als ik zie dat de meute in beweging komt. Feitelijk had men in 2010 al wakker moeten worden. De massa komt altijd te laat op het feestje. We zien nu een herhaling van zetten.
|